Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting inleiding tot de micro economie €7,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting inleiding tot de micro economie

 0 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak inleiding tot de micro economie , gegeven in het jaar 2023 door prof. Heyndels. Deze samenvatting is gemaakt op basis van de powerpoint, aangevuld met eigen lesnotities. Veel succes!

Dernier document publié: 2 mois de cela

Aperçu 4 sur 56  pages

  • 16 mars 2025
  • 22 mars 2025
  • 56
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (14)
avatar-seller
LV123
Micro economie samenvatting
1. principes vd economie
1.1 definitie
Definitie economie: Economie is de wetenschap die menselijk gedrag bestudeert als een relatie
tussen doelen en schaarse middelen die alternatieve toepassingen hebben.

1.2 keuzeprobleem
3 vragen:

- Wat ga je produceren
- Voor wie ga je produceren
- Hoe ga je produceren

Beperkte middelen:

Arbeid ( L )

Kapitaal (K )

Natuur ( N )

 We hebben oneindige behoeften, maar beperkte middelen -> keuzes maken

1.3 Eco onderzoekt:
- Hoe mensen beslissingen nemen ( princ 1-4 )
- Hoe mensen interageren met elkaar ( princ 5-7 )
 Micro ( manier v denken omtrent indiv gedrag in het algemeen)
- Invloeden op de eco als geheel (princ 8-10 )
 Macro

1.4 10 principes:
1) Mensen moeten keuzes maken : voor/nadelen (baten/kosten) ( marginale baten/ “ kosten)
2) Kosten worden bepaald door datgene dat we opgeven om het te krijgen.
 Opportuniteitskost : wat je moet opgeven, waarde vd best gemiste kans.
Waarde van het beste alternatief waaraan je vezaakt
3) Rationele mensen denken in marge bv: ik ga nr hoorcollege of niet.
 Marginale baten en kosten vergelijken
4) Mensen reageren op prikkels bv: korting, beloning.
 Bv: bonus als je te laat komt -> iedereen komt telaat.
 Gedrag veranderd naarmate kosten en baten voldoende veranderen
 He mensen beslissingen maken
5) Handel kan in ieders belang zijn
6) Markten zijn vaak goede manier om economische activiteit te organiseren
7) Overheden kunnen de resultaten van de markt soms verbeteren
 Overheidsinmenging
 Hoe mensen interageren met elkaar
8) De levensstandaard van een land hangt af van de mate waarin het land producten en
diensten kan produceren
9) Prijzen stijgen als de overheid teveel geld drukt
10) De samenleving staat voor een afweging op korte termijn tussen inflatie en werkloosheid


1

,1.5 Soorten kosten:
Baten = wat iets opbrengt

 Marginale kost = extra kost om 1 eenheid extra v een goed te produceren
o Bv: je bakt 100 broden , MK = extra kost om 101 broden te bakken
 Marginale baten = extra opbrengst om 1 eenheid extra v een goed te verkopen
o Bv: je verkoopt 100 broden, MB = extra inkomst door verkoop 101 e brood
 Opportuniteitskost = waarde vh beste alternatief waaraan je verzaakt.
 Expliciete kost = geld dat je moet betalen indien je X activiteit kiest
o Meetbaar in termen v geld, fysiek
o Wat je fysiek opgeeft
 Impliciete kost = waarde van het beste alternatief waaraan je verzaakt (zonder geldstroom)
o Niet meetbaar in termen v geld, onderliggend
o Wat je Onrechtstreeks opgeeft bv : tijd

OK = EK+IK

3. vraag en aanbod
3.1 markt en marktvormen
Markt = verzameling v alle kopers en verkopers v een product ( fysiek of niet fysiek)

Marktvormen:

- 1: Aangeboden door 1 bedrijf ( monopoly) bv: NMBS
 Prijszetter ( kunnen prijs bepalen zonder marktaandeel/verkoopmomentum te verliezen)
 Homogene goederen
- 2: Aangeboden door veel bedrijven ( volmaakte conc) ( bestaat theoretisch niet)
 homogene goederen = identiek
 ( Zelfde prod aangeboden door versch bedrijven = niet identiek, want bv: locatie!!!)
 Veel vragers en aanbieders, perfecte informatie (
 Vragers en aanbieders zijn prijsnemer ( markt bepaalt prijs door vraag/aanbod)
 Vragers en aanbieders handelen onafhankelijk
 “ nemen alle kosten en baten in aanmerking
- 3: Aangeboden door Enkele bedr ( oligopolie) bv: enkele computerbedrijven
 Homogene of heterogene goederen.
- 4: Aangeboden door veel bedr ( monopolistische conc ) bv: restaurants
 Heterogene goederen (= goederen die in de ogen vd consument niet gelijk zijn )




3.2 De vraag
Individuele vraag = hoeveel een consument bereid (en in staat) is te kopen bij verschillende prijzen

Marktvraag = hoeveel alle consumenten samen bereid (en in staat) zijn te kopen bij verschillende
prijzen

2

,  Gevraagde hvlheid qd in functie vd prijs ( p )
 qd = F(p)
 Inverse marktvraag p = f(qd )

Beide functies drukken zelfde uit maar worden doorgaans anders gelezen:

- qD = f (p) : “hoeveel goederen – qD – willen consumenten kopen bij een gegeven prijs p?”

- p = f (qD): “welke prijs (per eenheid product) – p - zijn consumenten bereid te betalen voor
een gegeven qD?”

!!!!!!!

Grafiek verkrijg je door horizontale sommatie vd individuele vraagcurves

Inverse vraag: hoeveel consument bereid is te betalen (per eenheid !!) voor verschillende qD

Hogere prijs ( p ) heeft 2 effecten

1) Inkomenseffect = koopkracht daalt -> qd daalt
2) Substitutie-effect = goed wordt minder relatief minder aantrekkelijk in vgl met alternatieven -
> qd daalt

Wet van de vraag: gevraagde hoeveelheid daalt als prijs stijgt.

Marktcurve : beschouwt de gevraagde hoeveelheid bij verschillende prijzen … in de
veronderstelling dat andere factoren die de vraag kunnen beïnvloeden constant zijn
= Ceteris paribus (c.p.)




Marktvraag: (qD)n = f (pn , p1 , p2 , …, pn-1 , Y, T, PLS, A, E) ?

Inverse marktcurve: (qD)n = f (pn , gegeven [p1, p2, …, pn-1 , Y, T, PLS, A, E]) ?

Veranderingen in pn ( prijsniveauvariabele) -> verandering in gevr hvlheid q d -> verschuiving langs
de vraagcurve.

Verandering in andere determinant ( D ) -> verandering in de vraag - > verschuiving van de
vraagcurve.

 Verandering in prijzen andere goederen
o Substituten: als de prijs v koffie ( P1 ) stijgt zal er ook meer thee (qd) verkocht worden

( verschuiving van vraagcurve naar rechts )




3

, o Complementen : als de prijs v koffie ( P1 ) stijgt zal de prijs v suiker dalen (qd)

( verschuiving van vraagcurve naar links )




 Verandering in Inkomen van de consumenten
o Normale goederen: als het inkomen stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid ook stijgen.
o Inferieure goederen: als het inkomen stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid dalen. Mensen
zullen duurdere prod kopen bv: B-merken

( stijgen nr rechts , dalen nr links )

3.3 aanbod
Individueel aanbod = hoeveel een producent bereid is te verkopen bij verschillende prijzen.

Marktaanbod = hoeveel alle producenten samen bereid zijn te verkopen bij verschillende prijzen

 Aangeboden hoeveelheid qs in functie van de prijs
 qs = f (p)
 invers marktaanbod P = f(qs)

qs = aangeboden hoeveelheid (supply )

grafiek krijg je door horizontale sommatie van de individuele aanbodcurves

Wet van het aanbod: aangeboden hoeveelheid stijgt als prijs stijgt


beschouwt de aangeboden
hoeveelheid bij
verschillende prijzen in de
veronderstelling dat
andere factoren die het
aanbod kunnen
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LV123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78134 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,66
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté
OSZAR »