100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Materieel strafrecht - Grondtrekken Van Het Nederlandse Strafrecht €9,56
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Materieel strafrecht - Grondtrekken Van Het Nederlandse Strafrecht

 0 keer verkocht

Samenvatting van Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht voor het vak materieel strafrecht. Al het opgegeven literatuur wordt behandeld.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 6 + 13
  • 29 mei 2025
  • 16
  • 2024/2025
  • Samenvatting
  • materieel strafrecht
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
lizavanvliet1
Materieel strafrecht

1.​ inleiding

Het opleggen van een straf dient voornamelijk twee doelen: vergelding en preventie. Het kwaad dat
de dader van een strafbaar feit veroorzaakt bij het slachtoffer of aan de maatschappij als geheel,
wordt door het opleggen van straf in de eerste plaats vergolden door leedtoevoeging. Dit
vergeldingsaspect kan zorgen voor een morele genoegdoening: de dader heeft kwaad afgeroepen
over de samenleving en daarom roept de samenleving kwaad af over hem. De preventiegedacht
wordt minder intuïtief aangevoeld. Deze gaat uit van een eenvoudige principe: mensen willen geen
straf krijgen, dus zullen zij gedrag dat mogelijk tot straf leidt, zo veel mogelijk proberen te voorkomen.
Men onderscheidt twee soorten speciale preventie: speciale en generale preventie.
●​ de speciale preventie is dat een dader die in aanraking is gekomen met de gevolgen van het
overschrijden van een strafrechtelijke norm, de volgende keer wel twee keer zal nadenken,
voordat hij nog iets dergelijks doet.
●​ de generale preventie heeft als uitgangspunt dat ook anderen dan de gestrafte lering trekken
uit het feit dat er voor het plegen van een strafbaar feit straf opgelegd kan worden.

Als gesproken wordt van materieel strafrecht, dan heeft men het over de vraag wat een strafbaar feit
is. Het bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft.
Het formeel strafrecht/strafprocesrecht bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een
norm van het materiële strafrecht is overtreden. Het sanctierecht heeft betrekking op de voorwaarden
waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd.

Het wetboek van Strafrecht bestaat uit drie hoofdonderdelen:
-​ Boek 1 regelt de algemene leerstukken van materieel strafrecht. Dit zijn algemene
leerstukken, omdat ze van toepassing zijn op alle delicten.
-​ Boek 2 (misdrijven) en Boek 3 (overtredingen) bevat omschrijvingen van gedrag dat strafbaar
is, met daarbij een aanduiding van de maximale straffen die mogen worden opgelegd.

Het wetboek van Strafvordering bestaat uit zes boeken, waarvan de volgende dit blok relevant zijn:
-​ Boek 1 regelt de belangrijkste bevoegdheden tijdens het opsporingsonderzoek.
-​ Boek 2 regelt de vervolgbeslissing van de officier van justitie en de hele procedure voor de
berechting van een verdachte door de rechtbank.
-​ Boek 3 is geheel gewijd aan rechtsmiddelen (zoals hoger beroep).
-​ Boek 6 gaat over tenuitvoerlegging.

In de wet staan talloze bepalingen die ons duidelijk moeten maken wat er in Nederland, in
strafrechtelijke zin, niet is toegestaan. De strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een
delictsomschrijving, een kwalificatie-aanduiding en een strafbedreiging. De delictsomschrijving geeft
aan welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft willen stellen. De
kwalificatie-aanduiding maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet worden benoemd. De
strafbedreiging bepaalt welke soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum daarbij is.

2. Inleiding materieel strafrecht

Doorgaan wordt de volgende definitie gebruikt om aan te geven wat in materieelstrafrechtelijke zin de
inhoud is van een strafbaar feit:
1.​ een strafbaar feit is een menselijke gedraging (MG);
2.​ die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving (DO), ;
3.​ die wederrechtelijk (W) is en ;
4.​ aan schuld te wijten (V).

,In deze definitie worden de laatste twee componenten, wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid,
elementen genoemd. De onderdelen van de delictsomschrijvingen noemt men de bestanddelen.
Men vindt de bestanddelen in de wettekst, terwijl elementen de niet in de wet opgenomen
voorwaarden voor strafbaarheid zijn.
Er moet sprake zijn van een menselijke gedraging. Niemand kan worden vervolgd of gestraft voor het
enkele voornemen om iets strafbaars te gaan doen. Pas wanneer iemand door middel van een
gedraging geheel of gedeeltelijk uitvoering geeft aan een dergelijk voornemen, kan sprake zijn van
strafbaarheid.

Als tweede voorwaarde voor strafbaarheid geldt dat gedragingen pas strafbaar zijn als zij in de
strafwet zijn terug te vinden. In strafprocessueel perspectief: in iedere individuele strafzaak zal de
rechter de bewezen verklaarde feitelijke gedraging uit de tenlastelegging juridisch moeten benoemen.
Dit proces heet kwalificatie. De rechter moet namelijk beslissen welk strafbaar feit het
bewezenverklaarde volgens de wet oplevert. De rechter moet na de vaststelling dat de verdachte het
feit heeft begaan bepalen welke wettelijke delictsomschrijving precies van toepassing is op het
bewezenverklaarde.

Ook wederrechtelijkheid is een voorwaarde voor strafbaarheid. Doorgaans zegt men dat
wederrechtelijkheid betekent: in strijd met het recht. Als iemand niet handelt in strijd met het recht dan
dient er ook geen straf te volgen. We kijken puur en alleen naar het al dan niet gerechtvaardigdheid
van de daad. Bij alle delicten waarbij wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving voorkomt, is de
wederrechtelijkheid geen element maar een bestanddeel.

De laatste voorwaarde is schuld. Schuld in deze zin moet worden opgevat als verwijtbaarheid.
Daarvan is sprake als men van iemand in redelijkheid kon vergen dat hij zich anders gedroeg dan hij
deed. Wie zich in redelijkheid kan onthouden van wetsovertredingen, moet dat ook doen. Als de
dader dan toch de strafwet overtreedt, dan treft hem verwijt. De redenen om aan te nemen dat het
vervullen van de delictsomschrijvingen niet verwijtbaar is, worden schulduitsluitingsgronden genoemd.

Het eerste lid van art. 1 Sr brengt onder andere tot uitdrukking dat strafbepalingen altijd in het
geschreven recht terug te vinden moeten zijn. Dit noemt men wel het legaliteitsbeginsel. Er bestaan
geen gedragingen die hun strafbaarheid ontlenen aan ongeschreven recht. Omdat zonder een
geschreven strafbepaling nooit strafbaarheid kan bestaan, moet de rechter in het vonnis ook altijd
precies aangeven waar in de wet het feit dat de verdachte heeft gepleegd strafbaar is gesteld
(kwalificatie). Art. 16 Gw en 1 lid 1 Sr bepalen dat het gedrag pas strafbaar is als het ten tijde van het
begaan van de feit in de wet strafbaar is gesteld. Men noemt dit wel het verbod van terugwerkende
kracht.

Art. 1 lid 1 Sr heeft tot doel rechtszekerheid te bewerkstelligen. De rechtszekerheid eist onder andere
dat omschrijvingen van wettelijke strafbepalingen voldoende helder zijn. Voor het interpreteren van
wetstermen bestaat een aantal methoden. De belangrijkste interpretatie methode zijn:
●​ wetshistorische interpretatie → om te kunnen bepalen wat de inhoud is van de bepaling in
kwestie, wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling.
●​ grammaticale interpretatie → hierbij wordt de inhoud van de wet bepaald aan de hand van de
taalkundige betekenis van de woorden in de bepaling.
●​ systematische interpretatie → bij de methode wordt de wet uitgelegd aan de hand van de
systematiek van de wet.
●​ teleologische interpretatie → bij het bepalen van de inhoud van een wetsterm wordt gekeken
naar het doel van de wet(gever).

, Of een strafbaar feit een misdrijf of overtreding is, is afhankelijk van de ernst van het strafbare feit:
misdrijven zijn over het algemeen ernstiger dan overtredingen. Het onderscheid tussen deze twee
soorten strafbare feiten is om een aantal redenen van belang:
●​ procesrechtelijke reden → de indeling naar misdrijven en overtredingen bepaalt goeddeels
welk soort rechter bevoegd is om kennis te nemen van een strafzaak (absolute competentie).
●​ pogingen tot overtreding en medeplichtigheid aan overtreding zijn niet strafbaar. Poging en
medeplichtigheid zijn wel strafbaar in geval van misdrijven.
●​ toepassing van dwangmiddelen → veel dwangmiddelen, zoals het aftappen van een telefoon,
mogen slecht worden toegepast in geval van verdenking van een misdrijf.

Het onderscheid tussen formele en materiële delicten heeft betrekking op de manier waarop een
delict in de wet is omschreven. Formele delicten staan in de wet omschreven als een handeling, een
specifiek omschreven activiteit. Het verrichten van deze handeling is strafbaar gesteld. Bij materiële
delicten heeft de wetgever niet een handeling strafbaar gesteld, maar het veroorzaken van een
gevolg. Het is bij materiële delicten niet van belang welke handeling heeft geleid tot het strafbare
gevolg. Voldoende is dat het strafbare gevolg is ingetreden.

In de meeste delictsomschrijvingen wordt een doen, een handelen strafbaar gesteld. Deze delicten
worden commissiedelicten genoemd. Het is echter denkbaar dat een feit niet wordt gepleegd door
een handelen, maar ook door een nalaten. We spreken dan van omissiedelict. Omdat bij
omissiedelicten een niet-handelen strafbaar is gesteld, moet duidelijk zijn wie dan wél had moeten
handelen. Er bestaan ook delicten die niet als omissiedelict in de wet staan geformuleerd, maar
waarvan het goed denkbaar is dat zij door een nalaten worden begaan. Er wordt gesproken van een
oneigenlijk omissiedelict als er sprake is van een delict die in de wet staat geformuleerd als een
commissiedelict, terwijl het wordt gepleegd door een nalaten.

3. Opzet en schuld

Opzet
Opzettelijk handelen betekent: willens en wetens handelen. Als een delictsomschrijving opzet vereist
is, dan maakt het voor het vervullen van dit bestanddeel niet uit met welke graad van opzet er is
gehandeld. Opzet kent verschillende graden:

a)​ opzet met bedoeling
De dader weet waarmee hij bezig is en het toebrengen van pijn en letsel is ook precies wat hij beoogt.
b)​ voorwaardelijke opzet
Daders zijn soms zo zeer gericht op hun primair doel, dat zij de aanmerkelijke kans voor lief nemen
dat door hun gedraging ook een ander gevolg zal intreden. In dit geval kan opzet worden
aangenomen ten aanzien van het niet primair beoogde gevolg. HR PORSCHE
-​ Is er sprake van een aanmerkelijke kans op een strafbaar gevolg (aard van de gedraging +
ervaringsregels)
-​ Was de verdachte zich bewust van die aanmerkelijke kans? (feit van algemene bekendheid)
-​ Heeft de verdachte deze aanmerkelijke kans aanvaard/ op de koop toegenomen (uiterlijke
verschijningsvorm).
c)​ opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn
Hierbij heeft de dader een bepaald doel voor ogen, maar hij weet dat het noodzakelijk is een bepaald
-niet primair beoogd- gevolg in het leven te roepen om dat doel te bereiken. Er is nu dus geen sprake
van slechts een aanmerkelijke kans. De kans dat het gevolg intreedt is 100%. Er wordt daarom ook
wel gesproken van zekerheidsbewustzijn.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lizavanvliet1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,56. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76280 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€9,56
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd
OSZAR »